Vandaag wil ik met jullie praten over plus-size modellen in straight-size fashion. Nog even voor de duidelijkheid: “straight-size” is een term om modellen aan te duiden in de standaard fashionmaten: 32-34 (en vaak ook 36). Met plussize bedoel ik “industry standard” plus-size: meiden die op alle vlakken voldoen aan de eisen van straight-size modellen, maar dan in maat 38 tot 48.
Sample size 42
De algemene tendens is momenteel dat plussize modellen ook meer en meer in de straighsize fashionwereld beginnen te werken. Toch stuit dat nog op veel weerstand, voornamelijk met het argument van sample sizes. Dat houdt in dat kleding gemaakt wordt in 1 bepaalde maat, meestal maat 32 of 34, en dat modellen daarom die maat moeten hebben, omdat ze anders passen de kleding natuurlijk niet passen. Dat klopt als een bus, en al helemaal voor haute couture … maar toch is er een simpel antwoord hierop: voorzie nog een andere maat. Maak nog een tweede sample in (bijvoorbeeld) maat 42.
Op die suggestie wordt meestal gereageerd met “dat kan niet, dat is veel te duur, weet je wel hoeveel stof kost, en…” maar daar ben ik het niet mee eens. Zeker voor prêt-a-portercollecties (dus niet de highfashion, maar de shows van merken met kleding die gewoon in de winkels komt te hangen) gaat dat argument niet op. Zij gaan hun kleding ook maken en verkopen in maat 42 en 44 na de show en als het argument van “dure” stof daarvoor niet opgaat dan kan 1 sample er ook nog wel vanaf. Dit zijn geen unieke one-of-a-kind couture pieces: this is made to be sold (hey, Dolce & Gabbana is ook gewoon te koop in maat 42, dus waarom zou een model in maat 42 dan niet kunnen)!
Meer ruimte voor het model
Het is echt een van m’n dromen om een mode-industrie te zien waarin modellen geen massaproducten meer zijn, maar waar er weer ruimte is voor het model zelf en waarbij de mode-industrie een fractie meer flexibel wordt. Dat bijvoorbeeld een prachtig model met bakken ervaring en alle skills van een topmodel niet automatisch is afgeschreven omdat haar heupen 5 cm te breed zijn, maar dat zij kan blijven werken zonder op een ongezonde manier te hoeven afvallen.
Size diversity in de modewereld
Om aan te tonen dat het wel degelijk kan en dat het ook al speelt momenteel, toon ik jullie enkele voorbeelden van plus-size modellen en size
Links: Naomi Shimada (model links, maat 42) voor Monki. Rechts: Camilla Hanssen (maat 42) voor high-end bruidslabel Jenny Packham:Links: Laura Catterall (maat 42-44) in een editorial voor de Australische Cosmopolitan, Jan ’14 issue (wist je trouwens dat de Australische Cosmo in vrijwel elk nummer plus-size modellen gebruikt?). Rechts: Plus-size modellen Tara Lynn (maat 46), Candice Huffine (maat 44-46) en Robyn Lawley (maat 40-42) voor Vogue Italia (Juni ’11 door Steven Meisel).
Zoals je kunt zien gebeurt het dus wel en steeds vaker: vollere modellen in de “gewone” fashionwereld. Superleuk, toch? Maar waarom is size diversity dan nog niet de norm geworden?
Tja, verandering heeft tijd nodig en veel mensen hebben ook zoiets van “if it ain’t broke, don’t fix it”. Zolang er nog genoeg modellen te vinden zijn die wel in die standaardmaten passen, waarom zou je dan iets veranderen? Maar mijn antwoord daarop is: omdat het belangrijk is diversiteit te tonen.
Wat vinden jullie hiervan? Zouden jullie graag meer verschillende maten in mode willen zien, of vind je toch dat mode iets moet blijven voor hele slanke meiden?
Liefs,
Marianne
(c) headerfoto: Women of ALDA. Editorial verscheen in Glamour Ijsland, mei 2015. Fotograaf: Silja Magg